Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Toen verbrak ik mijn tweeden stok, [64]SAMENBINDERS, [65]te niet doende de broederschap tussen Juda en tussen Israel. 64. Zie vs.7. 65. Hiermede wordt te kennen gegeven dat dewijl Juda en Israel Gods genade niet hedden willen erkennen, als Hij hen met elkander had willen verenigen en beide voor zijn volk houden en als zijne schapen weiden wilde, tot welk ende Hij verscheidene profeten tot hen gezonden had; dat Hij zich voortaan om hen niet meer zou bekommeren, maar laten hen in die scheuring blijven, en beide gelijkelijk te gronde gaan.